Begrippen
Genderdiversiteit: Genderdiversiteit is alle genderidentiteiten die er bestaan. Dit zijn dus niet alleen de genderidentiteiten ‘man’ en ‘vrouw’, maar bijvoorbeeld ook non-binaire identiteiten (zie hieronder).
Geboortegeslacht/ sekse: Het geslacht dat je hebt gekregen bij je geboorte, gebaseerd op je lichamelijke kenmerken.
Cisgender: Als cisgender komt je gender overeen met je geboortegeslacht. Dus wanneer je geboren bent met een mannenlijf en je voelt je ook man, of je bent geboren met een vrouwenlijf en je voelt je ook vrouw.
Transgender: Iemand die vindt dat hij of zij beter past bij het andere geslacht dan die ze bij de geboorte hebben gekregen.
Trans-vrouw: Iemand geboren met een mannenlijf, maar zich vrouw voelt.
Trans-man: Iemand geboren met een vrouwenlijf, maar zich man voelt.
Non-binaire identiteit: Bij de geboorte worden mensen als ‘jongen’ of ‘meisje’ ingedeeld. Het lijkt daardoor of er maar twee opties zijn, ‘binair’ (=tweedeling) noem je dat. In werkelijkheid is dat te simpel, er zijn meer variaties naast ‘jongen’ en ‘meisje’. Mensen die zich niet goed voelen in de hokjes ‘jongen’ en ‘meisje’ noem je non-binair (=niet het één en niet het ander). Voorbeelden van non-binaire identiteiten zijn bijvoorbeeld genderqueer, genderfluïde en A-gender.
Genderqueer: Iemand die wil aangeven dat er meer variaties zijn dan alleen man of vrouw.
Genderfluïde: Iemand die wisselt tussen geslachten, de ene keer voelt diegene zich meer man en de andere keer meer vrouw.
A-gender: Iemand die geen gevoel van genderidentiteit ervaart. Ze zijn genderidentiteitsloos.
Genderrol: Gedrag dat de meeste mensen in een cultuur of land als typisch mannelijk of vrouwelijk bestempelen.
Gender-non-conform gedrag: Gedrag dat de meeste mensen niet verwachten van een typische jongen of meisje.
Crossdressing/drag: Mensen die zich graag kleden als iemand van een andere sekse.
Hoe weet je dat je transgender bent?
Er is een kans dat je transgender bent als je jezelf herkent in deze punten:
- Je wilt heel graag een ander geslacht hebben, dan waar je mee geboren bent.
- Als jongen wil je graag een vrouwelijke kledingstijl. Als meisje een mannelijke kledingstijl.
- Je hebt een sterke voorkeur voor vriendjes van een ander geslacht.
- Tijdens het spelen wil je graag iemand nadoen die van een ander geslacht is.
- Je hebt een sterke voorkeur voor speelgoed, spelletjes of activiteiten die vaak door kinderen van een ander geslacht worden gebruikt.
- Als jongen wil je niet graag met typisch jongensspeelgoed spelen en vermijd je wilde spelletjes. Als meisje speel je niet graag met typisch meisjesspeelgoed.
- Je hebt een sterke afkeer van je eigen lichamelijke geslachtskenmerken die passen bij een man of een vrouw.
- Een sterk verlangen om de geslachtskenmerken van een ander geslacht te hebben.
- Je voelt je ongelukkig thuis en op school omdat je graag van gender wil veranderen. Je wilt graag dat anderen je aanspreken als iemand van een ander gender, of je wilt je naam veranderen.
Hoe vaak komt het voor?
1 op de 25 mensen voelt zich niet helemaal in het hokje man of vrouw passen. 1 op de 173 personen noemt zichzelf transgender.
Gaat het over?
Voor sommige kinderen of jongeren is het zich niet lekker in hun vel voelen, of zich graag willen kleden als iemand van een andere sekse, een fase. Als je transgender bent, gaat dit niet over. Het is onderdeel van wie je bent. Je gaat je vanzelf beter voelen als je hierover kan praten en als mensen je accepteren zoals je bent. Voor sommige transgender mensen helpt het ook om hormonen te nemen die je lijf meer mannelijk of vrouwelijk maken. Anderen willen graag ook operaties om hun lijf te vermannelijken of vervrouwelijken, dit hoeft niet per se. Soms helpt het ook al om bijvoorbeeld je haar te laten groeien of juist kort te knippen en een andere naam te gebruiken.