Home   ›   Mijn leven   ›   Op school

Op school

Meisjes zitten te appen op een muurtje
De mensen op deze foto hebben geen relatie met de inhoud van deze pagina.

Als je psychische problemen hebt, kan dat invloed hebben op je schoolwerk. Je kunt bijvoorbeeld moeite hebben om je aandacht bij de lessen te houden. Misschien heb je minder plezier in school. Je kunt ook merken dat je minder energie hebt voor school. Weet dat er meer medescholieren zijn zoals jij. Ook is er meer ondersteuning op school mogelijk dan je denkt. Bijvoorbeeld een ruimte om even bij te komen of om in alle rust huiswerk te kunnen maken. Ook zijn er vaak vertrouwenspersonen, schoolpsychologen of ondersteuningscoördinatoren om mee te praten.

Vertel iemand op school over je klachten

Vertel zelf of samen met je ouders welke psychische klachten je ervaart. Je kunt dan uitleggen waarom je je gedraagt zoals je je gedraagt. Zo kunnen de leerkrachten je beter begrijpen en kunnen ze jou helpen. Ze kunnen bijvoorbeeld iemand vinden die jou extra kan helpen om je doelen te bereiken. Ook kunnen ze misschien praktische aanpassingen regelen, zoals een rustige werkplek of extra tijd. Voor meer tips over het aangaan van een gesprek met een volwassene kun je kijken bij Familie.

Vraag om hulp bij pestgedrag

Als je gepest wordt, los je dat niet in je eentje op. Zoek iemand die je vertrouwt en praat ermee. Het pesten heeft meestal niet veel met jou te maken. Het is meer een probleem van de sfeer op school en in de klas. Een ernstig probleem! Iedereen is nodig om dat op te lossen en daarom is het vertellen hierover zo belangrijk. Ook is het beter om zo min mogelijk te reageren op pestkinderen. Reacties krijgen is vaak wat ze willen. Je zou wel kunnen werken aan iets wat jou meer zelfvertrouwen geeft, zoals een zelfverdedigingssport.

Stel voor om in de klas aandacht te geven aan psychische klachten

Vraag bijvoorbeeld aan de leerkracht of je een spreekbeurt mag houden (zie ook [link naar info over spreekbeurt]). Ook kun je vragen of er een ervaringsdeskundige mag komen praten in de klas of de klas mee kan doen aan een training. Hier zijn een paar linkjes die je bijvoorbeeld naar je leerkracht zou kunnen sturen, als je wilt dat ze meer aandacht besteden aan psychische klachten:

Meisjes zitten te appen op een muurtje
De mensen op deze foto hebben geen relatie met de inhoud van deze pagina.

Bekijk ook deze video, verhalen en websites

Steeds minder naar school door een psychisch probleem

Zo ging het een hele tijd niet goed met Emily (10), zij heeft ARFID. ARFID betekent dat je bijna niets durft of wilt eten. Emily ging steeds minder naar school, durfde niet meer naar verjaardagsfeestjes en werd vaak ziek. Door de eetlessen ging het steeds beter met haar.

Niet alle pubers doorlopen fluitend hun middelbareschooltijd. Sommige jongeren hebben psychische problemen. Soms zijn deze problemen zo fors dat zij hun behandeling niet kunnen combineren met naar school gaan. Hierdoor kan schoolverzuim soms lang duren. Wat hebben jongeren nodig om terug te kunnen keren naar school? Wat zeggen zij zelf? Zij en hun ouders weten als geen ander wat werkt en wat niet werkt bij het hervatten van het schoolleven. Van hun tips kunnen we leren. En het is belangrijk dat we dat doen!

1. De school als basis voor herstel

“Mijn behandelaar kijkt samen met mij en met school wat kan. Het gaat haar niet alleen om mijn eet- en angstproblemen, maar ook om dat ik misschien blijf zitten als ik weer een toetsweek mis.” (Nikki, 15)

Thuis zitten kan psychische klachten verergeren. Dit is niet altijd bekend. Vaak wordt ’rustig aan’ geadviseerd. Terwijl bij bijvoorbeeld depressieve klachten een gezond dag- en nachtritme helpend is: een schoolritme kan dat ondersteunen.

Krachtig is om schoolverzuim altijd te zien als crisis en daar direct naar te handelen. Ook bij psychiatrische problematiek. Het kan een jongere helpen dit nadrukkelijk van betrokken volwassenen te voelen. ‘Terug zodra het kan’ dus als uitgangspunt.

2. Maak haast

Job (15): “Ik trok het allemaal niet meer. Mijn moeder meldde me steeds vaker ziek. Soms bleef ik een dag thuis, maar ook weleens drie. Ik was gelukkig snel aan de beurt voor therapie. In een van de eerste gesprekken begon hij over mijn thuis blijven van school. En vroeg me of we samen een afspraak zouden maken met mijn mentor. Ik voelde me opgelucht, want die puinhoop overzag ik zelf niet meer.”

Het is een open deur, maar in praktijk laat actie vaak te lang op zich wachten. Snel met elkaar om tafel voorkomt een steeds hoger wordende schooldrempel.

3. Iemand die naast je staat

Volgens Jayden (17): “Mijn mentor is chill. Ze is altijd aanwezig en bereikbaar voor iedereen. Toen ik terugkwam, zag ze hoe gemotiveerd ik was. Ze zei, je komt maar weer bij ons, en dan kijken we samen hoe jij je diploma kunt gaan halen. Dat gaf mij lucht.”

Voor jongeren is het heel belangrijk dat ze binding blijven houden met hun school. Een goede relatie met minimaal één docent heeft al een positief effect. Zeker als er problemen zijn, is het preventieve effect van persoonlijk contact groot. De jongere die voelt dat hij verwacht wordt op school, zal minder snel afhaken.

De mentor speelt een centrale rol, maar ook begrip van klasgenoten is belangrijk. Bijvoorbeeld dat docenten en groepsgenoten weten wat de oorzaak is van bepaald gedrag in de klas. Quincy (16): “Ik voelde me buitengesloten en niet begrepen. Alsof iedereen naar me keek: die is gek, die spoort niet. Ik heb in mijn klas verteld wat er gebeurd was. Ik heb het idee dat ze het nu beter kunnen plaatsen, het beter begrijpen.”

4. Samen sterk

De jongere zelf staat centraal bij het maken van terugkeerplannen: wat heb je nodig, op school én thuis, wat kun je zelf ondernemen, hoe kunnen we helpen, wat spreken we af? Omar (14): “Ik voelde me gehoord en serieus genomen. Er moet wel een klik zijn, anders stel ik me niet open.” Het is de persoon achter de professional die het verschil maakt. Iemand die goed kan luisteren en ook eens een arm om je heen slaat.

Juist als het ingewikkeld wordt, is samenhangende hulp cruciaal. Werk samen als netwerk van professionals vanuit én onderwijs én zorg met de ouders samen rondom de jongere. De fysieke ontmoeting, letterlijk the whole system in the room, is daarbij heel effectief.

5. Aandacht voor de problemen in de klas

Maatwerk is belangrijk. Oplossingen die passend en flexibel zijn. Duidelijke afspraken over gemiste lesstof, welke lessen wel en niet te volgen, een medeleerling als buddy of extra gesprekken geven de jongere het gevoel van steun: ‘je staat er niet alleen voor’.

Larissa (16): “Kijk met de jongere naar de oplossing, niet naar de diagnose. Jan helpt mij op de rails. Hij staat altijd voor me klaar om te helpen: met de dingen waar ik mee zit, maar óók met mijn leerwerk.”

OproepTeam Schoolverzuim

Deze leerlingen hebben vaak een complexe combinatie van opvoedings- en onderwijsbehoeften. Dat vraagt om een specialistische meersporige aanpak van onderwijs en zorg. Via het OproepTeam Schoolverzuim is daarvoor een multidisciplinair netwerk beschikbaar. Zo coachte een orthopedagoog van Marant Jan, de mentor van Larissa: Wat betekent het hebben van een borderline stoornis voor contacten met leeftijdgenoten? En voor leren leren? Hoe kun je op school daarin ondersteunen? Jan: “Meer kennis hielp mij. Maar vooral de praktische handvatten voor het omgaan met deze problematiek heb ik als zeer bruikbaar ervaren. Larissa en ik kunnen vooruit!”

Verbonden jeugdhulp & onderwijs: innovatieproject Schoolverzuim

Het spreekt voor zich dat langdurig schoolverzuim leidt tot achterstanden in schoolwerk. Dat vergroot het risico op het verlaten van school zonder diploma. Omdat voortijdig schoolverlaten gerelateerd is aan minder gunstige sociaaleconomische kenmerken zoals baantype, werkloosheid en criminaliteit, zet ook de landelijke politiek hoog in op de thuiszittersproblematiek. Op tijd en effectief handelen bij schoolverzuim is van groot belang (zie ook het recent breed ondertekende Thuiszitterspact).

Partners in zorg en onderwijs in de regio Arnhem werken samen in het innovatieproject OproepTeam Schoolverzuim. Karakter werkt samen met onder andere het Arentheem College, Samenwerkingsverband V(S)O 25.06, Zorgbelang Gelderland, De Onderwijsspecialisten en Marant. Het project heeft tot doel het verzuim van jongeren met een psychiatrische stoornis terug te dringen. Bovengenoemde OproepTeam Schoolverzuim komt direct in actie om met de jongere en ouders te bekijken hoe een schoolritme te herpakken is.

Nieuwsgierig? Namens het OproepTeam Schoolverzuim kom ik graag met je in gesprek! Judith van den Broek: j.vandenbroek@marant.nl, 06-330 372 64 of Twitter: @judith_broek

Terug naar boven

Hallo, ik ben Alex en ik heb autisme en vandaag ga ik jullie vertellen hoe het voor mij was om niet naar school te gaan. Vandaag ga ik vertellen hoe het voor mij was om een thuiszitter te worden.

Een speciale school

Het begon op een speciale school. Het was voor mij moeilijk om me te concentreren op school. Ik werd daarop vaak aangesproken. Ze zeiden steeds “Alex, concentreer je”. Dat vond ik niet leuk, want ik kon er niks aan doen. Het lag aan de hoeveelheid licht en geluid van buiten, mijn hoofd zat dan helemaal vol met gedachtes. Ik wou er graag vanaf, maar het lukte mij niet. Zelfs nu vind ik dat heel moeilijk. Mijn leerkrachten vonden dat ik beter moest werken, maar ik kan niet meer dan mijn best doen. Toch, na een jaar, kon ik niet meer naar deze school. Jammer, want ik had daar leuke vrienden.

Een tweede speciale school

Maar het leven gaat verder, dus toen kwam ik op een tweede speciale school. Daar zat ik meer dan 2 jaar, ik vond het daar leuk. Ze vertelde mij dat 10 jaar te oud is voor groep 4, dus ik moest door naar groep 5. Daar kon ik het werk niet aan en werd ik vaak boos en verdrietig. Dat putte mij zo uit, dat ik de hele taxireis terug sliep. De volgende dag zat ik weer vroeg in de taxi en weer vond ik het werk zo moeilijk. Ik voelde mij heel erg gepest door de school toen ze besloten mij over te laten gaan naar groep 6. In groep 6 werkte ik wel oké, maar ik mocht niet meer komen werken op die school, dus moest ik naar een andere school. In een van de groepen was ik bang voor de juffen omdat ze mij op de grond duwde als ik iets verkeerd deed. Uiteindelijk werd ik een thuiszitter, ik had het idee dat ze mij allemaal niet begrepen. Mijn moeder vond het niet oké dat ik thuis zat, zij zei dat ik wel heel slim ben. Ze was zo lief om mij te helpen aan een school die mij wel kon helpen leren. Ze leerde mij slimmer worden en sociaal worden. Zo ben ik heel veel gegroeid in alles. Daar ben ik hen heel dankbaar voor en daardoor kan ik via 2Play (dat is een centrum voor autistische kinderen die ook niet meer naar een speciale school mogen) nu deze stap maken naar Amerika. YeeeeeJ

Nu Amerika

Ik vond het heel moeilijk om te horen dat we misschien naar Amerika zouden gaan. Ik dacht dat het toch niet zou gebeuren, want mijn ouders zeiden wel vaker dat we ergens heen zouden gaan. Toen hoorde ik in oktober 2015: “Je vader heeft de baan Alex, we gaan naar Amerika”L. Na een paar dagen denken vond ik het toch wel leuk, maar één maand voor de verhuizing wou ik mijn vrienden niet achterlaten, en mijn begeleiders ook niet. Dus gaf ik een feest bij mij thuis met al mijn vrienden en deden we een afscheid met mijn begeleiders, dat maakte mij weer blij. Maar toen L moest ik 20 januari met het vliegtuig naar Amerika. Ik was heel verdrietig, maar het is het beste voor mij.

Nu, in Amerika mag ik wel naar school. Er zitten veertien kinderen in mijn klas. Ik ga op dit moment een uur per dag naar school. Zo kon ik even wennen, want ik was al heel lang niet naar school geweest. Als ik naar de klas ga, doe ik dit samen met een begeleider, die blijft ook bij mij als ik in school ben. De mensen hier zijn heel erg anders. Ze willen veel beter naar je luisteren. Ze komen ook veel vaker met een oplossing. Ze hebben mij gezegd dat ik het zo goed doe en vanaf woensdag 27 april mag ik de hele dag naar school, samen met mijn begeleider. Dit vind ik heel erg leuk, maar ook heel spannend.

Terug naar boven

Wat je kunt doen als je gepest wordt

Als je gepest wordt, is het belangrijk dat je geholpen wordt zodat het pesten stopt. Gepest worden doet pijn. Het maakt je verdrietig of boos. Bedenk steeds dat pesten niet jouw schuld is. Je hoeft het niet alleen op te lossen. Erover praten kan opluchten. Zo kunnen anderen je helpen en voel je je minder alleen.

Organisaties die je kunnen helpen als je gepest wordt

Als je je verloren voelt, of niet weet waar je moet beginnen, weet dan dat het oké is om hulp te vragen. Je hoeft het niet alleen te doen. Jij bent niet alleen. We weten hoe moeilijk het kan voelen om hulp te zoeken, vooral als je het gevoel hebt dat het niet helpt of dat niemand je begrijpt. Er zijn mensen die begrijpen wat je doormaakt.

Op de website van Stichting Stop Pesten Nu vind je bij welke organisaties je terecht kunt voor steun en advies.

Direct hulp nodig?