Voorgeschreven bij onder meer: psychose, bipolaire stoornis, autisme, tics, gedragsstoornissen | Andere namen: Risperdal
Bij welke klachten helpt risperidon?
- Wanneer je de werkelijkheid anders beleeft dan anderen dat doen. Je ziet of hoort iets wat er niet is. Dit heet een hallucinatie. Of je bent sneller achterdochtig of in de war. >> Lees meer over Psychose
- Je bent overdreven opgewekt en hebt veel onrealistische plannen en acties (dit heet een manie). >> Lees meer over Bipolaire stoornis
- Je hebt moeite met omschakelen als iets anders gaat dan je in je hoofd had, hierdoor reageer je boos of angstig. >> Lees meer over Autisme
- Je hebt last van een plotselinge, snelle, herhaalde, niet-ritmische en steeds terugkerende beweging of uiting van stemgeluid. >> Lees meer over Tics
Door die warboel in je hoofd kunnen er ook andere dingen gebeuren:
- Je wordt boos, of driftig, of angstig.
- Je gaat onaardig doen tegen mensen, of ze slaan.
- Je gaat schreeuwen, tegen dingen slaan of schoppen.
Hoe werkt risperidon?
In je hersenen vormen zenuwcellen een netwerk met elkaar dat informatie uit de omgeving om kan zetten naar iets wat je ziet, hoort of voelt. Dopamine is de boodschapper die signalen tussen de zenuwcellen doorgeeft. Dopamine is een stofje dat in je lichaam wordt aangemaakt.
Risperidon heeft effect op de hoeveelheid van het stofje dopamine in je hersenen.
We weten het niet helemaal zeker, maar we denken dat de klachten komen door een verstoorde balans van de hoeveelheid dopamine in je hersenen. Er is dan bijvoorbeeld teveel dopamine in je hersenen, of je hersenen reageren heel sterk op dit stofje. Daardoor kunnen er teveel signalen worden doorgegeven.
Risperidon zorgt ervoor dat er minder van het stofje dopamine in je hersenen is.
- Je beleeft de werkelijkheid weer normaal. Je hebt minder of geen hallucinaties.
- Risperidon maakt je rustiger.
- Je wordt minder angstig.
- Je hebt minder dwanggevoelens om bewegingen te maken, zoals bij tics.
- Je kan makkelijker omgaan met veranderingen waardoor je minder boos of angstig reageert.
Heeft risperidon ook andere namen?
Risperidon is onder meer bekend onder de naam: Risperdal. Dit is de merknaam, de naam die de fabrikant aan het medicijn geeft. Risperidon is de naam van de werkzame stof in je medicijn.
De drie belangrijkste dingen over risperidon
- Wanneer je de werkelijkheid anders beleeft dan anderen dat doen. Je ziet of hoort iets wat er niet is. Dit heet een hallucinatie. Of je bent sneller achterdochtig of in de war. >> Lees meer over Psychose
- Je bent overdreven opgewekt en hebt veel onrealistische plannen en acties (dit heet een manie).
- Je hebt moeite met omschakelen als iets anders gaat dan je in je hoofd had, hierdoor reageer je boos of angstig. >> Lees meer over Autisme
- Je hebt last van een plotselinge, snelle, herhaalde, niet-ritmische en steeds terugkerende beweging of uiting van stemgeluid. >> Lees meer over Tics
Door die warboel in je hoofd kunnen er ook andere dingen gebeuren:
- Je wordt boos, of driftig, of angstig.
- Je gaat onaardig doen tegen mensen, of ze slaan.
- Je gaat schreeuwen, tegen dingen slaan of schoppen.
In je hersenen vormen zenuwcellen een netwerk met elkaar dat informatie uit de omgeving om kan zetten naar iets wat je ziet, hoort of voelt. Dopamine is de boodschapper die signalen tussen de zenuwcellen doorgeeft. Dopamine is een stofje dat in je lichaam wordt aangemaakt.
Risperidon heeft effect op de hoeveelheid van het stofje dopamine in je hersenen.
We weten het niet helemaal zeker, maar we denken dat de klachten komen door een verstoorde balans van de hoeveelheid dopamine in je hersenen. Er is dan bijvoorbeeld teveel dopamine in je hersenen, of je hersenen reageren heel sterk op dit stofje. Daardoor kunnen er teveel signalen worden doorgegeven.
Risperidon zorgt ervoor dat er minder van het stofje dopamine in je hersenen is.
- Je beleeft de werkelijkheid weer normaal. Je hebt minder of geen hallucinaties.
- Risperidon maakt je rustiger.
- Je wordt minder angstig.
- Je hebt minder dwanggevoelens om bewegingen te maken, zoals bij tics.
- Je kan makkelijker omgaan met veranderingen waardoor je minder boos of angstig reageert.
Risperidon is onder meer bekend onder de naam: Risperdal. Dit is de merknaam, de naam die de fabrikant aan het medicijn geeft. Risperidon is de naam van de werkzame stof in je medicijn.
De drie belangrijkste dingen over risperidon
Medicijnen hebben ook ongewenste effecten; dat noemen we bijwerkingen. In de bijsluiter staan een heleboel bijwerkingen. Het heeft geen zin om je bezig te houden met alle bijwerkingen die in de bijsluiter staan. Sommige bijwerkingen die in de bijsluiter staan, zijn niet belangrijk of komen heel zelden voor.
Let op: als je ergens last van krijgt of als je je niet lekker voelt, op welke manier dan ook. Vertel dit dan aan je behandelaar. Dat zou een bijwerking kunnen zijn die hier niet wordt vermeld. Je behandelaar zoekt uit of het een bijwerking is of iets anders.
Hieronder staan alleen de bijwerkingen die het vaakst voorkomen of die gevaarlijk kunnen zijn. Dat betekent niet dat jij die bijwerkingen ook altijd krijgt. Staat jouw klacht er niet bij, bespreek het met je behandelaar, het kan een zeldzamere bijwerking zijn of met iets anders te maken hebben.
Sufheid, slapeloosheid, hoofdpijn, minder goed kunnen concentreren
- Je voelt je suf.
- Je kan niet goed slapen.
- Je bent snel moe, of voelt je slaperig.
- Je bent duizelig.
- Je kan niet goed opletten, of lang je aandacht ergens bijhouden.
- Je vindt het moeilijk om (kleine) bewegingen uit te voeren.
Dit is extra lastig tijdens het fietsen, spelen, leren of op school.
Buikpijn
- Je hebt buikpijn
- Je moet spugen
- Je hebt last van diarree
Meestal gaan deze klachten over na een paar dagen als je net gestart bent met risperidon.
Heb je na een paar dagen nog steeds klachten? Overleg met je behandelaar.
Licht in je hoofd of duizelig
Soms voel je je licht in je hoofd of word je duizelig, vooral als je opstaat.
Je kunt daardoor vallen.
- Dat gebeurt vooral als je net met risperidon begonnen bent.
Zorg dat je langzaam opstaat uit bed of uit een stoel.
Vertel het aan je behandelaar. Die kijkt of het aan risperidon ligt of dat er iets anders aan de hand is.
Meestal gaat het na één of twee weken over.
Stijve spieren, ingeperkt voelen
- Soms krijg je van risperidon een beetje stijve spieren.
- Je bewegingen gaan houteriger.
- In overleg met je behandelaar kun je een lagere dosis proberen.
- Als dat niet helpt, kan je behandelaar een ander medicijn voorschrijven. Er zijn ook medicijnen die tegen deze bijwerking helpen.
Bewegen
- Je gaat trillen, of vindt het moeilijk om stil te zitten.
- Je spieren trekken opeens samen in je hoofd, gezicht of mond.
- Je spieren zijn stijf/gespannen waardoor het lastig is soepel te bewegen.
- Hierdoor kan je spierpijn of pijn in je gewrichten krijgen.
Deze klachten kunnen enkele dagen na het innemen van risperidon beginnen, maar ook nadat je het al lang gebruikt.
In overleg met je behandelaar kun je een lagere dosis proberen.
- Je maakt zuig-, kauw- en smakbewegingen.
- Je tong beweegt zonder dat je het wilt, of je maakt rare/grijzende trekkende bewegingen in je gezicht.
- Je maakt onbedoelde (zwaai)bewegingen in je vingers, tenen, armen, benen, schouders of heupen.
Deze klachten kunnen enkele maanden na het innemen van risperidon beginnen, of als je net bent gestopt met risperidon.
Overleg met je behandelaar als je deze klachten hebt. In overleg met je behandelaar kun je misschien een ander medicijn proberen.
Gewicht verandert
- Je kunt meer eetlust krijgen, waardoor je dikker wordt door risperidon.
Als je dikker wordt is dat niet gezond.
- Het is erg lastig om je overgewicht weer kwijt te raken als je al veel dikker bent geworden.
- Op latere leeftijd kun je hierdoor suikerziekte (diabetes) krijgen en zelfs hart- en vaatziekten. Dat krijg je niet meteen, maar het is wel de reden om snel iets te doen.
Als je dikker wordt, vertel het dan aan je behandelaar.
- Die weegt je dan en ziet ook meteen of je veel zwaarder bent dan bij de eerste keer dat hij je woog, voordat je risperidon gebruikte.
Overleg met je behandelaar als je gewicht verandert door risperidon. Je behandelaar kan je adviseren over het maken van aanpassingen in je leefstijl of hij/zij zal de dosis kunnen verlagen, of een ander medicijn voorschrijven, tenminste, als dat kan.
De seks gaat niet goed meer
- Je hebt geen zin meer in seks.
- Je kunt niet meer klaarkomen.
- Je hebt problemen met het krijgen van een erectie.
Je kunt een aantal dingen proberen in overleg met je behandelaar om seksuele bijwerkingen te verminderen:
- een lagere dosis proberen.
- een ander medicijn voorschrijven.
Veranderde menstruatie
Soms wordt je menstruatie onregelmatig of blijft zelfs weg.
Vertel dit in ieder geval aan je behandelaar.
Overleg met je behandelaar of je een lagere dosis kunt gebruiken.
Je behandelaar kan een ander medicijn voorschrijven, waarbij problemen met je menstruatie waarschijnlijk niet optreden.
Er zijn ook medicijnen die tegen deze problemen met de menstruatie helpen. Overleg met je behandelaar.
Pijnlijke borsten, melkafscheiding
- Bij vrouwen worden de borsten soms pijnlijk.
- Of er komt (vanzelf) melk uit de borsten.
- Bij mannen en jongens kan hetzelfde gebeuren.
- Een heel enkele keer krijgen jongens een harde schijf onder hun tepels. Het lijkt dan net of ze een borst of borsten krijgen.
Vertel dit aan je behandelaar.
Je behandelaar kan een ander middel voorschrijven, waarbij deze bijwerking waarschijnlijk niet optreedt.
Er zijn ook middelen die tegen deze bijwerkingen helpen.
Koorts
Als je koorts krijgt, moet je dat meteen aan je behandelaar vertellen.Vooral als ook je spieren stijf worden, of stijf aanvoelen.
Waarschijnlijk heb je gewoon griep of iets anders.
Maar soms krijg je koorts door risperidon en dat kan gevaarlijk zijn.
Bij sommige medicijnen moet je behandelaar eerst lichamelijk onderzoek en/of bloedonderzoek doen om te kijken of het wel een goed medicijn voor je is.
Je behandelaar zal je gewicht, lengte en bloeddruk meten.
- Je bloeddruk kan veranderen.
Je behandelaar zal meestal ook bloed afnemen voor onderzoek in het laboratorium.
- In dat bloed worden vetten en suiker gemeten. Deze kunnen veranderen als je risperidon gebruikt.
Het kan zo zijn dat je behandelaar niet alleen aan het begin maar ook tijdens de periode van behandeling af en toe je gewicht en lengte wil meten en het bloedonderzoek wil doen. Daarmee onderzoekt je behandelaar of het verandert.
Meestal krijg je tabletten van dit middel, maar er zijn ook druppels (drank).
Gebruik je risperidon als drank? Neem risperidon dan niet in met thee.
Moment innemen
Risperidon neem je meestal eenmaal per dag in, en soms twee keer per dag (heel soms zelfs drie keer, maar bijna nooit). Je kunt het 's ochtends innemen, maar als je er suf van wordt, kun je het beter 's avonds innemen.
Je moet het wel elke dag innemen. Het werkt niet als je het af en toe gebruikt, of alleen als je denkt dat je het nodig hebt.
Duur effect
Het effect van risperidon duurt ongeveer 12-24 uur (een hele dag (en nacht)).
Dosis
In het begin kun je wat suf worden, of wat licht in je hoofd. Daarom begin je met een lage dosis. Na een paar dagen of na een week ga je dan meer gebruiken.
Risperidon gaat niet goed samen met sommige andere medicijnen.
Risperidon kan de werking van die andere medicijnen versterken of verminderen.
Je behandelaar weet welke medicijnen niet goed samengaan met risperidon.
Dat wil niet zeggen dat je die andere medicijnen niet mag gebruiken, maar dat moet je behandelaar bekijken. Soms moet de dosis dan worden aangepast.
Vertel je behandelaar daarom altijd welke medicijnen je gebruikt. Schrijf deze van tevoren op.
- Ook de medicijnen die andere artsen hebben voorgeschreven.
- Ook medicijnen of (kruiden)middelen die je zonder recept bij de apotheek of drogist koopt.
Als je een anticonceptiepil gebruikt, is dat geen bezwaar met risperidon.
Bij een eerste psychose zal je meestal één of twee jaar nadat je je weer beter voelt kunnen proberen te stoppen. Soms mag dit al eerder. Dit mag alleen in goed overleg met je behandelaar.
Als je je beter voelt na een manie, en de ergste onrustige klachten zijn verdwenen, kan je risperidon in overleg met je behandelaar langzaam afbouwen. Soms is het nodig om risperidon nog een tijdje te gebruiken na het weggaan van de klachten.
Als je de risperidon gebruikt bij moeite met omschakelen of veranderingen (waardoor je snel boos of angstig wordt, bijvoorbeeld bij autisme), is het ook goed om met je behandelaar vaste evaluatiemomenten af te spreken. Daarna beslissen jullie samen of je nog moet doorgaan met de risperidon, of dat je het kunt afbouwen. Bij deze reden van gebruik is de risperidon meestal tijdelijke medicatie (half jaar tot een jaar) waarbij de medicatie je kan ondersteunen in een moeilijke periode.
Als je door risperidon geen tics meer hebt, is het goed om met je behandelaar vaste periodes (bijvoorbeeld een half jaar) af te spreken waarna jullie met elkaar beslissen of je doorgaat met het gebruik van risperidon of dat het afgebouwd kan worden.
Stop nooit zonder overleg met je behandelaar met het gebruiken van risperidon. Het is vaak verstandig om medicatie geleidelijk af te bouwen. Je kunt je na het afbouwen tijdelijk wat slechter voelen. Dit heeft te maken met dat je lichaam weer moet wennen aan de nieuwe situatie. Dit gaat meestal weer over.
Soms blijkt dat het niet lukt om af te bouwen, maar dan weten jij en je behandelaar ook weer dat je een goede reden hebt om de risperidon te blijven gebruiken.
Overleg daarom om de zoveel tijd met je behandelaar of de risperidon nog nodig is. Het is belangrijk om hier samen een goede beslissing over te maken, omdat risperidon voor jou later ook nadelen kan hebben voor je gezondheid. Het kan zijn dat je klachten zo ernstig zijn dat het nodig is de risperidon te blijven gebruiken. Lees ook Hoelang zal ik risperidon moeten innemen?.
Je kunt dus niet ineens ophouden met risperidon te gebruiken. Overleg met je behandelaar als je wilt stoppen.
Risperidon en alcohol gaan niet goed samen. Je kunt heel snel suf en duizelig worden.
Het effect van drugs samen met risperidon is niet goed te voorspellen.
- Soms merk je juist niets van de drugs, soms juist extra veel.
Omdat de gevolgen onvoorspelbaar zijn, kan het gevaarlijk zijn om drugs te gebruiken als je risperidon gebruikt.
Vraag altijd je behandelaar om advies over het gebruik van risperidon in combinatie met andere middelen zoals alcohol en/of drugs.
Risperidon kan bijwerkingen veroorzaken. Lees meer over bijwerkingen van risperidon.
Je voelt je bijvoorbeeld suf of slaperig. Daardoor kan je niet goed opletten op de fiets, scooter en/of auto.
- Ben je net gestart met risperidon?
- Is je dosis van risperidon net verhoogd?
En heb je daardoor last van bijwerkingen? Dan mag je niet deelnemen aan het verkeer.
Doe je dit wel? Dan kan je bij een ongeluk de schuld krijgen, je bent dan aansprakelijk. Het kan zijn dat je verzekering de schade dan niet vergoedt.
Controleer dus goed of je met jouw medicijn aan het verkeer mag deelnemen.
Checken of je met jouw medicijn mag autorijden, fietsen of scooter rijden? Kijk op: Rijveiligmetmedicijnen.nl.
Risperidon is geen verslavend middel. Je hoeft dus niet bang te zijn dat je steeds meer behoefte hebt om het medicijn vaker te gebruiken dan voorgeschreven.
Wel kunnen er onthoudingsverschijnselen optreden als je stopt met het medicijn. Je krijgt dan (weer) bijwerkingen die komen door het afbouwen of stoppen van het medicijn.
Dat is de reden dat veel medicijnen heel langzaam en in kleine stapjes moeten worden afgebouwd. Stoppen met een medicijn moet altijd in overleg met de behandelaar. Zie ook Kan ik ineens stoppen met risperidon?
Je hersenen zijn nog volop in ontwikkeling. Een medicijn onnodig gebruiken of onnodig lang is daarom nooit goed.
Er is nog weinig onderzoek gedaan naar de gevolgen van risperidon op de hersenen bij kinderen. De paar onderzoeken die er zijn gedaan laten grotendeels zien dat er geen veranderingen in de hersenen zijn, nadat risperidon jaren is gebruikt. Een enkel onderzoek laat kleine veranderingen zien in de hersenen. Er is nog meer onderzoek nodig.
Heb je meer vragen hierover? Je behandelaar kan hierover meedenken.
Let op: de informatie op deze pagina vervangt de officiële bijsluiter niet.
Wat voor alle medicijnen geldt
Verstrekte informatie
In het doosje van een medicijn zit altijd een bijsluiter. Daarin lees je hoe je het medicijn moet gebruiken. Ook vind je hier bijwerkingen van het medicijn. In een bijsluiter staan soms moeilijke woorden. Begrijp je medicijn legt in begrijpelijke woorden uit wat er in de bijsluiter staat, en meer. De informatie op deze website is bedoeld om het gebruik van je medicijn beter te begrijpen. Op deze website staat alleen informatie die betrouwbaar is. Niet alle informatie staat op deze website. Niet alle waarschuwingen of bijwerkingen staan op deze website. Het Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie controleert regelmatig de informatie van Begrijp je Medicijn. Als iets niet of niet meer klopt, kan het Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie de informatie aanpassen. Het is belangrijk dat je de informatie op deze website altijd bespreekt met de behandelaar die het medicijn heeft voorgeschreven. Je mag niet het medicijn zelf anders gaan gebruiken zonder dat je dit hebt besproken met de behandelaar. Het kan gebeuren dat op de website andere informatie staat dan op de bijsluiter. In dat geval is de informatie op de bijsluiter de juiste informatie. Vertel de behandelaar die het medicijn heeft voorgeschreven dat de informatie op de website anders is dan de informatie op de bijsluiter.
Aansprakelijkheid
Je bent verplicht om de voorschriften van de behandelaar en de informatie uit de bijsluiter op te volgen. De behandelaar vertelt hoe je een medicijn moet gebruiken. In de bijsluiter staat belangrijke informatie over het medicijn. De informatie op de Begrijp je medicijn is bedoeld om de informatie uit de bijsluiter beter te begrijpen, en je extra betrouwbare informatie over je medicijn te geven. Het Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie (inclusief leden en/of aan hem verbonden partijen) is niet verantwoordelijk als je de voorschriften van de behandelaar niet opvolgt en/of de informatie uit de bijsluiter niet volgt. Eventuele schade, kosten of andere nadelige gevolgen kun je niet verhalen op het Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie, de leden van het Kenniscentrum of aan het Kenniscentrum verbonden partijen. Je kunt het Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie niet aanspreken op eventuele negatieve gevolgen van fouten of onjuistheden in de informatie op Begrijp je medicijn.
Auteursrecht
Het Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie heeft de teksten op Begrijp je medicijn geschreven. Het Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie heeft ook de tekeningen en afbeeldingen op de website Begrijp je medicijn gemaakt. Het Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie is dus de eigenaar van de teksten, de tekeningen en de afbeeldingen op de website. De teksten, tekeningen en afbeeldingen van de website mag je alleen publiceren met schriftelijke toestemming van het Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie. Als je de teksten, tekeningen en afbeeldingen van de website gebruikt om voorlichting te geven aan bijvoorbeeld patiënten, dan moet je deze disclaimer op een duidelijke manier kenbaar maken.
‘Begrijp je medicijn’ is financieel mede mogelijk gemaakt door het Fonds Psychische Gezondheid en Zilveren Kruis/Stichting Gezondheid Spaarneland.
De update en uitbreiding van Begrijp je medicijn is in 2020-2021 tot stand gekomen in samenwerking met:
- Jongeren van de NJR en bredere netwerk van het Kenniscentrum
- Ouders uit de ervaringsraad
- Naomi den Besten, senior projectleider bij NJR
- Kirsten Hoogerheide, kinder- en jeugdpsychiater bij Youz
- Zhenya Pashkina, illustrator
- Geneesmiddelencommissie
De eerste versie van Begrijp je medicijn is tot stand gekomen in samenwerking met:
- James Boekbinder, interaction designer
- Maarten Elling, freelance medewerker, Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie
- Peter Moleman, farmacoloog, Moleman Psychopharmacology
- Zhenya Pashkina, illustrator
Daarnaast gaat onze speciale dank uit naar de jongeren en de ouders van de kinder- en ouderraden van diverse betrokken kinder- en jeugdpsychiatrische instellingen.
© Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie