Voorgeschreven bij onder meer: depressie, angst, dwang, boulimia nervosa | Andere namen: Prozac
Bij welke klachten helpt fluoxetine?
- Je voelt je zo rot dat je je bed niet meer uit komt, nergens zin in hebt. Geen zin in eten hebt en slecht slaapt. Alsof je niets meer leuk vindt en je nergens meer naar toe wilt. Alles ligt aan jou en je voelt je schuldig. Je trekt je terug of wordt juist steeds op iedereen boos. Het onrustige gevoel gaat niet weg en geeft wanhoop. >> Lees meer over Depressie.
- Je voelt je bang voor de buitenwereld, durft niet naar school of je bent bang voor dieren. Je bent bang in groepen of voor onverwachte dingen. Bang zijn wordt soms paniek. Je weet niet waar je het moet zoeken. Je hart klopt snel en je zweet je rot. >> Lees meer over Angst
- Je gedachten dwingen je tot iets. Je moet steeds iets doen, of je mag juist iets niet doen. Je moet bijvoorbeeld alles herhalen of meerdere keren aanraken. Zo niet, dan gebeuren er erge dingen. Alles lijkt wel vies en alleen je handen heel vaak wassen krijgt dat gevoel even weg. >> Lees meer over Dwang
- Je bent bang om zwaarder of dik te worden. Soms lukt het om niet te eten maar heb je daarna zoveel trek dat je in één keer heel veel eet, dat heet een eetbui. Tijdens zo’n eetbui heb je het gevoel dat je pas kan stoppen als alles op is. Daarna voel je je rot en kun je bang zijn dat je zwaarder wordt. Daarom spuug je het eten dat je hebt gegeten uit of gebruik je pillen die ervoor zorgen dat je je eten heel snel uitpoept. >> Lees meer over de eetstoornis Boulimia Nervosa
Hoe werkt fluoxetine?
Fluoxetine helpt bij verschillende klachten, zoals depressie, angsten, dwang en eetproblemen.
Hoe kan dat?
- Hoe fluoxetine werkt weten we niet zeker. We denken dat gebieden in je hersenen die met gevoel te maken hebben, geholpen worden te herstellen.
- Daardoor ga je je weer gewoon voelen. Je voelt je minder rot of bang. Je piekert minder en je gedachten dwingen je minder of word je minder snel kwaad. Je gaat weer minder vermijden en meer doen.
Fluoxetine speelt een belangrijke rol in het regelen van en omgaan met emoties. Fluoxetine is een SSRI, dat is de afkorting van Specific Serotonine Reuptake Inhibitor, ook wel serotonineheropnameremmers genoemd.
- Fluoxetine werkt dus specifiek op het serotoninesysteem.
Problemen in het serotoninesysteem kunnen leiden tot angstklachten of depressies. Als behandeling hiervoor gebruiken veel mensen antidepressiva in de vorm van serotonineheropnameremmers (SSRI’s). Deze middelen verhinderen de heropname van serotonine in de hersenen, waardoor deze stof langer actief blijft in de verbindingen tussen zenuwcellen.
Fluoxetine helpt niet meteen. Het duurt een tijd voordat je hersenen zich helemaal aan die verandering hebben aangepast. Daardoor duurt het 4-6 weken voordat klachten echt veel minder worden of zelfs verdwijnen. Wel kan je in het begin al bijwerkingen hebben, maar ook wat minder gespannen zijn.
Heeft fluoxetine ook andere namen?
Fluoxetine is onder meer bekend onder de naam: Prozac. Dit is de merknaam, de naam die de fabrikant aan het medicijn geeft. Fluoxetine is de naam van de werkzame stof in je medicijn.
De drie belangrijkste dingen over fluoxetine
- Je voelt je zo rot dat je je bed niet meer uit komt, nergens zin in hebt. Geen zin in eten hebt en slecht slaapt. Alsof je niets meer leuk vindt en je nergens meer naar toe wilt. Alles ligt aan jou en je voelt je schuldig. Je trekt je terug of wordt juist steeds op iedereen boos. Het onrustige gevoel gaat niet weg en geeft wanhoop. >> Lees meer over Depressie
- Je voelt je bang voor de buitenwereld, durft niet naar school of je bent bang voor dieren. Je bent bang in groepen of voor onverwachte dingen. Bang zijn wordt soms paniek. Je weet niet waar je het moet zoeken. Je hart klopt snel en je zweet je rot. >> Lees meer over Angst
- Je gedachten dwingen je tot iets. Je moet steeds iets doen, of je mag juist iets niet doen. Je moet bijvoorbeeld alles herhalen of meerdere keren aanraken. Zo niet, dan gebeuren er erge dingen. Alles lijkt wel vies en alleen je handen heel vaak wassen krijgt dat gevoel even weg. >> Lees meer over Dwang
- Je bent bang om zwaarder of dik te worden. Soms lukt het om niet te eten maar heb je daarna zoveel trek dat je in één keer heel veel eet, dat heet een eetbui. Tijdens zo’n eetbui heb je het gevoel dat je pas kan stoppen als alles op is. Daarna voel je je rot en kun je bang zijn dat je zwaarder wordt. Daarom spuug je het eten dat je hebt gegeten uit of gebruik je pillen die ervoor zorgen dat je je eten heel snel uitpoept. >> Lees meer over de eetstoornis Boulimia Nervosa
Fluoxetine helpt bij verschillende klachten, zoals depressie, angsten, dwang en eetproblemen.
Hoe kan dat?
- Hoe fluoxetine werkt weten we niet zeker. We denken dat gebieden in je hersenen die met gevoel te maken hebben, geholpen worden te herstellen.
- Daardoor ga je je weer gewoon voelen. Je voelt je minder rot of bang. Je piekert minder en je gedachten dwingen je minder of word je minder snel kwaad. Je gaat weer minder vermijden en meer doen.
Fluoxetine speelt een belangrijke rol in het regelen van en omgaan met emoties. Fluoxetine is een SSRI, dat is de afkorting van Specific Serotonine Reuptake Inhibitor, ook wel serotonineheropnameremmers genoemd.
- Fluoxetine werkt dus specifiek op het serotoninesysteem.
Problemen in het serotoninesysteem kunnen leiden tot angstklachten of depressies. Als behandeling hiervoor gebruiken veel mensen antidepressiva in de vorm van serotonineheropnameremmers (SSRI’s). Deze middelen verhinderen de heropname van serotonine in de hersenen, waardoor deze stof langer actief blijft in de verbindingen tussen zenuwcellen.
Fluoxetine helpt niet meteen. Het duurt een tijd voordat je hersenen zich helemaal aan die verandering hebben aangepast. Daardoor duurt het 4-6 weken voordat klachten echt veel minder worden of zelfs verdwijnen. Wel kan je in het begin al bijwerkingen hebben, maar ook wat minder gespannen zijn.
Fluoxetine is onder meer bekend onder de naam: Prozac. Dit is de merknaam, de naam die de fabrikant aan het medicijn geeft. Fluoxetine is de naam van de werkzame stof in je medicijn.
Wat je nog meer moet weten over fluoxetine
Medicijnen hebben ook ongewenste effecten; dat noemen we bijwerkingen. In de bijsluiter staan een heleboel bijwerkingen. Het heeft geen zin om je bezig te houden met alle bijwerkingen die in de bijsluiter staan. Sommige bijwerkingen die in de bijsluiter staan, zijn niet belangrijk of komen heel zelden voor.
Let op: als je ergens last van krijgt of als je je niet lekker voelt, op welke manier dan ook. Vertel dit dan aan je behandelaar. Dat zou een bijwerking kunnen zijn die hier niet wordt vermeld. Je behandelaar zoekt uit of het een bijwerking is of iets anders.
Hieronder staan de bijwerkingen die vaak voorkomen of die gevaarlijk kunnen zijn. Dat betekent niet dat jij die bijwerkingen ook altijd krijgt.
Suf, slaperig
- Je voelt je suf of slaperig.
- Je kan hierdoor minder goed opletten.
Dit is vooral lastig tijdens activiteiten waarbij dit nodig is, zoals fietsen, spelen, leren of op school.
Misselijkheid, geen zin in eten, braken, een beetje grieperig
- Je wordt misselijk als je fluoxetine inneemt.
- Je hebt geen zin meer in eten, of je hebt geen honger.
- Je moet overgeven.
- Soms lijkt het net of je (een beetje) griep hebt: rillerig, zweterig, spierpijn, moe.
Dat gaat meestal over na een paar dagen, maar soms pas na twee tot drie weken. Het helpt vaak als je eerst een lagere dosis gebruikt. Als het dan beter gaat, kun je langzaam weer meer gaan gebruiken. Als je er misselijk van wordt, kan het ook helpen om de fluoxetine in te nemen nadat je wat gegeten hebt.
Meestal zijn deze bijwerkingen geen reden om te stoppen met fluoxetine. Twijfel je daar toch over, overleg het dan eerst met je behandelaar.
Angstig, opgefokt of nachtmerries
- Je bent nog angstiger sinds je fluoxetine gebruikt.
- Of je bent opgefokt, of hyper sinds je fluoxetine gebruikt.
- Of je slaapt onrustig, of je hebt zelfs nachtmerries.
Dat gaat meestal over na een paar dagen, maar soms pas na twee tot drie weken. Het helpt vaak als je eerst een lagere dosis gebruikt. Als het dan beter gaat, kun je langzaam weer meer gaan gebruiken. Er zijn ook middelen die tegen deze bijwerking helpen. Je behandelaar kan zo'n middel de eerste weken erbij geven.
Meestal zijn ook deze bijwerkingen geen reden om te stoppen met fluoxetine. Twijfel je daar toch over, overleg het dan eerst met je behandelaar.
De seks gaat niet goed meer
- Je hebt geen zin meer in seks.
- Je komt niet meer klaar of je krijgt geen erectie meer.
Seksuele bijwerkingen van fluoxetine komen bij jongens en bij meisjes voor. Je kunt een paar dingen proberen om seksuele bijwerkingen te verminderen. Je moet wel geduld hebben bij het zoeken naar een oplossing, want niemand weet van tevoren wat bij jou helpt. Soms wordt het probleem in de loop van de tijd vanzelf minder. In overleg met je behandelaar kun je een lagere dosis proberen.
Er zijn middelen die geen seksuele bijwerkingen geven, maar die werken ook anders. Vraag daarom aan je behandelaar of een ander middel voor jou in aanmerking komt.
Er zijn ook middelen die tégen de seksuele bijwerkingen helpen. Vraag aan je behandelaar of je zo'n middel bij fluoxetine kunt gebruiken.
Blauwe plekken, bloedneus, ontregelde menstruatie
Fluoxetine werkt soms net als een bloedverdunner.
Vertel je behandelaar wat er aan de hand is. Die weet of het ernstig is. Als je er te veel last van hebt, vraag dan aan je behandelaar of een ander middel voor jou beter is.
Geen dieptepunten, geen hoogtepunten: alles grijs
Het kan je allemaal niet meer zo veel schelen.
- Zo erg, dat je dingen niet meer leuk vindt.
- Dat heet emotionele afvlakking.
Het is juist de bedoeling dat je minder piekert, meer durft, je gedachten minder dwingen en je minder snel kwaad wordt. Dat is het effect van fluoxetine.
Maar als je last hebt van emotionele afvlakking, is dat te veel van het goede.
- Dat kan komen doordat je te veel gebruikt; je hebt dan te veel van het bedoelde effect.
- Het kan ook betekenen dat dit niet het goede medicijn is voor jou.
In overleg met je behandelaar kun je een lagere dosis proberen.
Als dat niet helpt kan je behandelaar een ander medicijn voorschrijven.
Denken aan de dood
Sinds je fluoxetine gebruikt, denk je vaker aan de dood. Je wilt liever dood of hebt gedachten over zelfmoord.
Dat is echt verkeerd. Neem direct contact op met je behandelaar. Doe dat dezelfde dag nog als dat kan en anders de volgende dag.
Met je behandelaar kun je kijken wat er aan de hand is en hoe de situatie veilig kan blijven. Dit is mogelijk niet het goede medicijn voor jou.
Gewelddadige gedachten of dromen
Je hebt gewelddadige of hele agressieve gedachten of dromen. Je hebt zulke gedachten of dromen niet eerder gehad.
Dat is echt verkeerd. Neem direct contact op met je behandelaar. Doe dat dezelfde dag nog als dat kan en anders de volgende dag.
Met je behandelaar kun je kijken wat er aan de hand is en hoe de situatie veilig kan blijven. Dit is mogelijk niet het goede medicijn voor jou.
Bij sommige medicijnen doet je behandelaar eerst lichamelijk en/of bloedonderzoek om te kijken of het wel een goed middel voor je is.
Bij fluoxetine is dat meestal niet nodig.
Als je behandelaar wel onderzoek doet voor je met fluoxetine begint, zal hij/zij je vertellen waarom hij/zij dat doet.
Je gebruikt fluoxetine éénmaal per dag.
- Je kunt het 's ochtends of 's avonds gebruiken.
- Als je het 's avonds gebruikt en je slaapt slecht, kun je het beter 's ochtends proberen.
- Als je het 's ochtends gebruikt en je bent daarna suffig, kun je het beter 's avonds proberen.
Als je het een keer vergeten bent: dat is niet zo erg.
- Duurt het langer dan 12 uur voordat je de volgende dosis normaal neemt? Meestal neem je het dan alsnog.
Heb je hier vragen over? Overleg met de apotheek.
Het is wel de bedoeling dat je fluoxetine dagelijks gebruikt. Fluoxetine werkt niet als je het af en toe gebruikt of alleen als je denkt het nodig te hebben.
Ook moet je fluoxetine nog een tijd blijven gebruiken als de klachten onder controle zijn, en het daarna met begeleiding afbouwen. Vraag je behandelaar als je wilt afbouwen.
Fluoxetine gaat niet goed samen met veel andere medicijnen.
Fluoxetine kan de werking van die andere medicijnen versterken.
Je behandelaar weet welke medicijnen niet goed samengaan met fluoxetine.
Dat wil niet zeggen dat je die andere medicijnen niet mag gebruiken, maar dat moet je behandelaar bekijken. Soms moet de dosis dan worden aangepast.
Vertel je behandelaar daarom altijd welke medicijnen je gebruikt. Schrijf deze van tevoren op.
- Ook de medicijnen die andere artsen hebben voorgeschreven.
- Ook medicijnen of (kruiden)middelen die je zonder recept bij de apotheek of drogist koopt.
Let vooral op pijnstillers:
- Zogenaamde NSAID's, bijvoorbeeld diclofenac, ibuprofen, naproxen. Maar er zijn veel meer van dit soort middelen, te veel om hier allemaal te noemen. De drogist of apotheker kan je vertellen of je pijnstiller een NSAID is.
- Je kunt er maagklachten van krijgen.
- Als je een pijnstiller moet gebruiken samen met fluoxetine, krijg je soms een middel erbij om je maag te beschermen. Je behandelaar of de apotheker kan je daar alles over vertellen.
- Paracetamol mag je trouwens wel gebruiken bij fluoxetine.
Sommige middelen kunnen de werking van fluoxetine versterken.
- Dat kan gevaarlijk zijn.
- Die middelen mag je niet samen met fluoxetine gebruiken, behalve als je behandelaar heeft verteld hoe dat wel goed kan.
De belangrijkste middelen waar je mee moet oppassen zijn:
- De pijnstiller tramadol
- Sint-janskruid
- Allerlei middelen die bij migraine worden gebruikt (zogenaamde triptanen)
Combinatie met een anticonceptiepil is uitgebreid onderzocht en veilig gebleken.
- Soms kun je wel wat meer last van de anticonceptiepil krijgen, hoofdpijn bijvoorbeeld.
- Overleg in dat geval met je behandelaar.
Na ongeveer zes tot twaalf weken weten jij en je behandelaar of fluoxetine goed genoeg werkt. Als dat niet zo is, overleg je met je behandelaar wat het beste is:
- de dosering aanpassen
- stoppen met fluoxetine
- overgaan op een ander middel
- of nog een middel erbij nemen.
Als het goed werkt, moet je fluoxetine zeker een halfjaar of langer gebruiken. Je behandelaar bespreekt meestal na een (half)jaar of je nog langer door moet gaan met het gebruiken van fluoxetine. Als je stopt: let samen met je behandelaar goed op of het niet langzamerhand weer slechter gaat. Als het inderdaad weer slechter gaat, kun je vaak het beste weer de dosering gaan gebruiken waarmee het goed ging. Ieder (half)jaar overlegt je behandelaar opnieuw met je of verder gebruiken nodig is. Soms heb je fluoxetine vele jaren nodig.
Als je stopt, verdwijnt fluoxetine heel langzaam uit je lichaam. Dat duurt wel een maand. Dus de effecten en bijwerkingen van fluoxetine verdwijnen niet ineens.
Als je ineens stopt met fluoxetine, kun je je na enkele dagen beroerd voelen. Dat kunnen onttrekkingsverschijnselen zijn, die komen door het plotseling stoppen. Onttrekkingsverschijnselen lijken vaak op de bijwerkingen die je had bij het begin van het innemen van fluoxetine:
- misselijkheid
- geen zin in eten
- angstig, opgefokt
- soms lijkt het net of je (een beetje) griep hebt: rillerig, zweterig, spierpijn, moe
Maar het kunnen ook de klachten zijn die je had voor je met fluoxetine begon. Die kunnen terugkomen als je stopt met fluoxetine.
Overleg met je behandelaar. Die kan er misschien achter komen of het de oude klachten zijn of onttrekkingsverschijnselen.
Het is verstandig om eerst met je behandelaar te overleggen als je wilt stoppen. Die kan je vertellen hoe je niet ineens, maar langzaam kunt stoppen met fluoxetine. Dan heb je minder kans op onttrekkingsverschijnselen en als ze er zijn, zullen ze minder heftig zijn.
Het is niet aan te raden fluoxetine te combineren met alcohol of drugs omdat de kans op bijwerkingen daardoor groter wordt.
Sommige drugs kunnen zelfs erg gevaarlijk zijn als je fluoxetine gebruikt.
Vraag altijd je behandelaar om advies over het gebruik van fluoxetine in combinatie met andere middelen zoals alcohol en/of drugs.
Fluoxetine kan bijwerkingen veroorzaken. Lees meer over bijwerkingen van fluoxetine.
Je voelt je bijvoorbeeld suf, slaperig of angstig. Daardoor kan je niet goed opletten op de fiets, scooter en/of auto.
Doe je dit wel? Dan kan je bij een ongeluk de schuld krijgen, je bent dan aansprakelijk. Het kan zijn dat je verzekering de schade dan niet vergoedt.
Controleer dus goed of je met jouw medicijn aan het verkeer mag deelnemen.
Voor fluoxetine ligt het eraan wat jouw dosis is. Overleg daarom met je behandelaar of je mag deelnemen in het verkeer.
Checken of je met jouw medicijn mag autorijden, fietsen of scooter rijden? Kijk op: Rijveiligmetmedicijnen.nl.
Fluoxetine is net als alle andere SSRI's niet verslavend. Je hoeft dus niet bang te zijn dat je steeds meer behoefte hebt om het medicijn vaker te gebruiken dan voorgeschreven.
Wel kunnen er onttrekkingsverschijnselen optreden als je stopt met het middel. Je krijgt dan (weer) bijwerkingen die komen door het afbouwen of stoppen van het medicijn.
Dat is de reden dat veel medicijnen heel langzaam en in kleine stapjes moeten worden afgebouwd. Stoppen met een medicijn moet altijd in overleg met de behandelaar.
Je hersenen zijn nog volop in ontwikkeling. Een medicijn onnodig gebruiken of onnodig lang is daarom nooit goed.
Fluoxetine wordt al meer dan dertig jaar heel veel gebruikt. Er zijn nog nooit beschadigingen gevonden in de hersenen.
Heb je meer vragen hierover? Je behandelaar kan hierover meedenken.
Let op: de informatie op deze pagina vervangt de officiële bijsluiter niet.
Wat voor alle medicijnen geldt
Denk je wel eens aan het beëindigen van je leven, of ken je iemand die dat doet?
Bel met 113 Zelfmoordpreventie en praat erover.
Verstrekte informatie
In het doosje van een medicijn zit altijd een bijsluiter. Daarin lees je hoe je het medicijn moet gebruiken. Ook vind je hier bijwerkingen van het medicijn. In een bijsluiter staan soms moeilijke woorden. Begrijp je medicijn legt in begrijpelijke woorden uit wat er in de bijsluiter staat, en meer. De informatie op deze website is bedoeld om het gebruik van je medicijn beter te begrijpen. Op deze website staat alleen informatie die betrouwbaar is. Niet alle informatie staat op deze website. Niet alle waarschuwingen of bijwerkingen staan op deze website. Het Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie controleert regelmatig de informatie van Begrijp je Medicijn. Als iets niet of niet meer klopt, kan het Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie de informatie aanpassen. Het is belangrijk dat je de informatie op deze website altijd bespreekt met de behandelaar die het medicijn heeft voorgeschreven. Je mag niet het medicijn zelf anders gaan gebruiken zonder dat je dit hebt besproken met de behandelaar. Het kan gebeuren dat op de website andere informatie staat dan op de bijsluiter. In dat geval is de informatie op de bijsluiter de juiste informatie. Vertel de behandelaar die het medicijn heeft voorgeschreven dat de informatie op de website anders is dan de informatie op de bijsluiter.
Aansprakelijkheid
Je bent verplicht om de voorschriften van de behandelaar en de informatie uit de bijsluiter op te volgen. De behandelaar vertelt hoe je een medicijn moet gebruiken. In de bijsluiter staat belangrijke informatie over het medicijn. De informatie op de Begrijp je medicijn is bedoeld om de informatie uit de bijsluiter beter te begrijpen, en je extra betrouwbare informatie over je medicijn te geven. Het Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie (inclusief leden en/of aan hem verbonden partijen) is niet verantwoordelijk als je de voorschriften van de behandelaar niet opvolgt en/of de informatie uit de bijsluiter niet volgt. Eventuele schade, kosten of andere nadelige gevolgen kun je niet verhalen op het Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie, de leden van het Kenniscentrum of aan het Kenniscentrum verbonden partijen. Je kunt het Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie niet aanspreken op eventuele negatieve gevolgen van fouten of onjuistheden in de informatie op Begrijp je medicijn.
Auteursrecht
Het Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie heeft de teksten op Begrijp je medicijn geschreven. Het Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie heeft ook de tekeningen en afbeeldingen op de website Begrijp je medicijn gemaakt. Het Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie is dus de eigenaar van de teksten, de tekeningen en de afbeeldingen op de website. De teksten, tekeningen en afbeeldingen van de website mag je alleen publiceren met schriftelijke toestemming van het Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie. Als je de teksten, tekeningen en afbeeldingen van de website gebruikt om voorlichting te geven aan bijvoorbeeld patiënten, dan moet je deze disclaimer op een duidelijke manier kenbaar maken.
‘Begrijp je medicijn’ is financieel mede mogelijk gemaakt door het Fonds Psychische Gezondheid en Zilveren Kruis/Stichting Gezondheid Spaarneland.
De update en uitbreiding van Begrijp je medicijn is in 2020-2021 tot stand gekomen in samenwerking met:
- Jongeren van de NJR en bredere netwerk van het Kenniscentrum
- Ouders uit de ervaringsraad
- Naomi den Besten, senior projectleider bij NJR
- Kirsten Hoogerheide, kinder- en jeugdpsychiater bij Youz
- Zhenya Pashkina, illustrator
- Geneesmiddelencommissie
De eerste versie van Begrijp je medicijn is tot stand gekomen in samenwerking met:
- James Boekbinder, interaction designer
- Maarten Elling, freelance medewerker, Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie
- Peter Moleman, farmacoloog, Moleman Psychopharmacology
- Zhenya Pashkina, illustrator
Daarnaast gaat onze speciale dank uit naar de jongeren en de ouders van de kinder- en ouderraden van diverse betrokken kinder- en jeugdpsychiatrische instellingen.
© Kenniscentrum Kinder- en Jeugdpsychiatrie