Home   ›   Mijn leven   ›   Familie

Familie

Kind steunt ouder

Als je niet zo lekker in je vel zit, kan praten helpen. Misschien doe je dit graag met je ouders of een ander familielid, maar vind je dat lastig. Voor de leesbaarheid noemen we hierna vooral ouders, maar dit kunnen ook andere familieleden zijn. Voor sommige jongeren zijn ouders fijne mensen om mee te praten, voor anderen zijn ouders een blok aan hun been! Hoe het voor jou ook is, ouders zijn er nu eenmaal. Ze hebben meestal het beste met je voor. En willen graag helpen. Soms zijn ze daar goed in en soms niet zo goed.

Wil jij met je ouders praten over je psychische klachten of bijvoorbeeld over gevoelens die je hebt door een ruzie? Maar weet je niet zo goed hoe? Ben je misschien bang iets te zeggen? Of hebben je ouders zelf ook psychische klachten? Je bent niet de enige. Hieronder vind je tips over hoe je dit aan kunt pakken.

Kind steunt ouder

Schrijf voor jezelf op waar je last van hebt

Om over je klachten te kunnen praten kan het handig zijn om eerst voor jezelf te verwoorden waarvan je last hebt. Ook andere dingen die je wilt zeggen of vragen, kun je alvast op een rijtje zetten. Schrijf dit voor jezelf op en neem de tekst op papier of in je telefoon mee naar het gesprek. Wanneer praten je lastig vindt, kun je teruglezen wat je wilt zeggen, of de tekst door de ander laten lezen. Je kunt de tekst ook geven als een brief en benoem dan of je graag een gesprek erover wilt of liever een brief terugkrijgt. Als je liever niet schrijft kun je dat wat je kwijt zeggen ook opnemen op je mobiel en aan de ander laten horen. Als je het lastig vindt om je klachten of gevoelens te verwoorden, zoek dan bijvoorbeeld informatie of een filmpje op waarin jij je herkent.

Vraag een ander om jou te helpen

Vraag hulp aan iemand als je twijfelt over wat je wilt delen, en wat niet. Bijvoorbeeld aan een docent, mentor of hulpverlener. Zij kunnen meedenken over wat voor jou helpend is om te delen. Ook kun je misschien met een van hen oefenen met praten. Hoe vaker je over je klachten praat, hoe makkelijker het wordt. Je weet dan ook voor een volgend gesprek wat je wel of niet fijn vindt.

Neem genoeg tijd voor het gesprek

Het is fijn om een moment te kiezen waarop jij en je ouder genoeg tijd hebben. Dan hoef je het gesprek niet halverwege te stoppen.

Bespreek je verwachtingen

Probeer aan te geven wat je verwacht van je ouders. Wil je graag praktische adviezen? Of wil je gewoon een luisterend oor? Daar dit van tevoren uit te spreken, weten je ouders misschien beter hoe ze je kunnen helpen.

Wees open over dat je praten lastig vindt

Ondanks dat over gevoelens praten veel voordelen kan hebben, kan het nog steeds spannend zijn. Als je het lastig vindt om erover te praten, probeer daarover dan open te zijn. Dat is helemaal niet gek. Zeg het als je je bijvoorbeeld schaamt of de ander niet wilt teleurstellen. De ander kan hier dan rekening mee houden. Ook kun je samen zoeken naar een manier van praten die werkt. Bijvoorbeeld door tijdens het praten iets te gaan doen, zoals wandelen. Het kan ook zijn dat de manier waarop je ouders reageren ervoor zorgt dat je praten lastig vindt. Benoem dan bijvoorbeeld dat je het moeilijk vindt dat je ouders emotioneel worden of dat ze pijn hebben.

Leg duidelijk en eerlijk aan de ander uit waarvan jij last hebt

Het helpt als je duidelijk uitlegt waarvan jij last hebt. Want daarmee maak je duidelijk hoe iets bij JOU werkt. In je eigen woorden. Bijvoorbeeld: als ik naar school fiets, krijg ik dit soort gedachtes. Of: als ik aan een opdracht begin, dan voelt het zo in mijn hoofd. Dat je eerlijk bent over deze klachten vinden je ouders eerst misschien moeilijk, maar ze vinden het waarschijnlijk fijner om het nu te horen dan later. Het is moeilijker om te horen dat ze er al die tijd niets van hebben geweten en niets aan hebben kunnen doen. Als je ouders of een ander familielid hier tóch negatief op reageren, kun je meer lezen over hoe je daarmee omgaat.

Vertel wat jou helpt

Vertel je ouders wat jou helpt, geef je behoeften aan. Bijvoorbeeld: mam, als je dit/dat doet dan helpt mij dat heel erg. Geef bij je ouders vooral aan wat thuis voor jou belangrijk is, wat ze voor je kunnen doen en wat jou wel en niet helpt. Probeer voorbeelden te geven. Als dit je lukt, is het ook goed om te vertellen wat hun reactie met jou doet. Probeer ook de hulp van je ouders te accepteren en maak afspraken met ze. Als je ouders toch iets doen waar je het echt niet mee eens bent, kun je dat natuurlijk ook aangeven. Vertel waarom iets niet helpt en wat je wel zou helpen.

Geef de ander de tijd om te verwerken

De meeste ouders willen graag dat het goed gaat met hun kind. Het kan dus best even schrikken zijn voor ze als ze horen dat het even niet zo goed gaat met je. Ze kunnen zich misschien ook gekwetst voelen of pijn hebben. Bijvoorbeeld omdat ze beseffen dat ze een minder grote steun voor jou waren dan ze hadden gewild. Ouders weten soms ook niet gelijk wat ze kunnen doen of hoe ze met zo’n situatie kunnen omgaan. Geef ze dus even wat tijd om erover na te denken, want ze zijn er om voor jou te zorgen. Ook moeten ze goed voor zichzelf zorgen. Ze zijn volwassenen en bedenk dat het dus niet jouw verantwoordelijkheid is hoe je ouders zich voelen of hoe ze met de situatie omgaan. Dit is ook zo wanneer je ouders zelf last hebben van psychische klachten.

Bekijk ook deze website

Website voor jongeren van ouders met psychische of verslavingsproblemen

“Ik zie dingen nu meer van de positieve kant. Ik mag er ook zijn. Hulp vragen is geen schande. Balans vinden heeft me heel erg geholpen. Ik neem meer tijd voor mezelf.” – deelnemer groepscursus KOPPsupport

Ze hebben een e-mailservice en online groepscursussen.

Direct hulp nodig?